• Bureau
    • Samenvatting
    • Stijl
    • Ontstaan
    • Wie
  • Specialisme
    • Voeding & gezondheid
    • Welzijn & zorg
    • Voedselproductie
    • Land- en tuinbouw
    • Ketencommunicatie
  • Smaak
  • Disciplines
    • Strategie
    • Campagnes
    • Promotie
    • Educatie
    • Presentatie
    • Interim
  • Middelen
    • Tekst
    • Video
    • Fotografie
    • Illustratie
    • Print
    • Online
  • Opdrachten
    • Reputatie
    • Crisiscommunicatie
    • Mediatraining
    • Mediation
    • Story telling
  • Cliënten
  • Opinie
  • Contact

PRLT Communicatie - Pieter Harcksen

Alle aandacht

Zoekresultaten voor: Reputatie

Klachtencommunicatie

Bedrijven en organisaties willen graag de communicatie met hun relaties verbeteren. Maar de manier waarop zij die intenties trachten waar te maken, verdient op zich al geen schoonheidsprijs. Probeer – als klant met een klacht – maar eens de aandacht te trekken. Laat staan je gelijk te halen. Inderdaad: het gevecht om het gelijk dat je hebt ook te krijgen. De gemeente Rotterdam, wier ambtenaren ’s avonds door de wijken trekken om de ‘parkeerbelasting’ te controleren, stuurt bij de (onterechte) naheffing een bezwaarformulier. Mooi, zou je denken. Maar als je het formulier goed leest, zie je dat de fout altijd bij jou ligt en dat het vakjesdoolhof leidt naar de slotconclusie onderaan het vel: bezwaar is zinloos. Dus klaag je, behalve over de onterechte naheffing, ook over de procedure. Maar wat levert die klacht op? Een verontschuldiging? Beterschap? Hoeveel keer hebben we al boegbeelden van gemeenten, instellingen, organisaties en bedrijven een knieval zien maken?

Toen klagen via Twitter en andere social media opkwam, haastten de machtige instituties zich webcare managers aan te trekken. Want oh, dat verspreidde zich snel, zo’n klaagtweet. Een boze brief schrijven kost tijd en moeite en die verschijnt slechts aan een beperkt aantal ogen. Dus mokken we per mail – als je het adres weet te achterhalen, of deel je je ongenoegen met je internetvrienden. Nee, niet per telefoon, want als je het nummer van de klaaglijn al kunt ontdekken op de site, sta je lang in de wacht, tenzij je via het keuzemenu alweer van de lijn bent gegooid. Via de site heb je soms ook de kans te klagen via een reactieformulier. Vul wel alle verplichte velden in, anders ben je niet-ontvankelijk. Op sommige sites ontvang je een time out bericht en kun je opnieuw beginnen met invullen…

Omgaan met en oplossen van klachten, is een serieuze zaak geworden, al nemen bedrijven en organisaties die nog lang niet serieus genoeg. Slecht omgaan met klachten is mogelijk nog schadelijker voor de reputatie dan de klacht zelf. Dus is een goede, werkzame klachtenprocedure niet een lastig en kostbaar obstakel, maar een noodzakelijkheid die ellende bespaart en goodwill oplevert. Zo krijg je gelukkig bij steeds meer bedrijven weer contact met ‘echte mensen’, via chat of ze bellen je. Allereerst beginnen zij uitvoerig excuses te maken en benadrukken zij dat ze met je meevoelen en het allemaal heel naar voor je te vinden. Dat voelt al een stuk beter, nietwaar?  Handel je de klachten niet verbaal af, denk dan aan het volgende.

Zorg dat je niet ‘nietszeggend’ reageert. Kom niet met een standaardantwoord, maar lever maatwerk; refereer aan de specifieke kwestie. Zeg nooit dat dit de eerste keer is dat je die klacht krijgt, want de klager voelt zich meteen een zeur en zal het terstond hogerop zoeken. Wees erkentelijk voor de moeite die de klant neemt om zijn grieven te uiten. Doe je voordeel met het bezwaar; verbeter er je producten en diensten mee. Verontschuldig je oprecht en beloof beterschap. Nog beter: kondig de genomen maatregelen aan die je instelt om herhaling te voorkomen. En heb je tijd nodig om een oplossing te bieden en verbeteringen in werking te stellen, noem dan de termijn. “Binnenkort” en “zo snel als mogelijk” zijn dooddoeners en leiden tot het voortbestaan van de frustratie. Registreer klachten en oplossingen en ontsluit die voor medewerkers. Zo voorkom je herhaling en het risico dat meer mensen het wiel steeds opnieuw moeten uitvinden.

Tenslotte een actuele ervaring met een nagelnieuwe, maar kapotte iPhone5. Via het bestelformulier kom je aan de (betaalbare) telefonische hulplijn, krijg je iemand met een naam aan de telefoon, die daarna ook nog met je emailt en zich beschikbaar houdt voor nadere vragen. De betrokken merkman schakelt snel en belooft meteen een nieuw apparaat te sturen. Uiteindelijk maken de twee grote logistieke ‘dienstverleners’ er zo’n puinhoop van dat de rotte appel niet wordt opgehaald en de nieuwe achteloos bovenop de postbussen in de openbaar toegankelijke hal van een flat wordt achtergelaten. Je kunt zo blijven klagen. Fouten maken, is menselijk. Daadwerkelijke oplossingen bieden bijna bovenmenselijk.

Geplaatst door: pieter@prlt.nl Op: 12 december 2012

Communicatie: mooie woorden

  • “We moeten meer luisteren naar onze klanten.”
  • “We zoeken naar cocreatie met onze relaties.”
  • “We willen de dialoog met onze doelgroep aangaan.”
  • “We gaan proactief communiceren.”

Deze mooie woorden zijn dagelijks te lezen in de uitingen van organisaties en in hun missies. Of ze worden door communicatieadviseurs ingefluisterd bij de besturende boegbeelden en via interne communicatie geventileerd naar de werkvloer. Maar in de praktijk blijken deze mooie woorden vaak holle frasen en communiceert de onderneming niet of slecht. Logisch: een onderneming communiceert niet, maar de mensen. Opvallend is dat juist degenen die zich communicatieadviseur noemen – een onbeschermde titel – zich slecht kwijten van hun taak. Voorlichters gaan je niet voor met het licht – waaraan deze functie zijn naam ontleent – maar werpen juist een versluierende schaduw in plaats van helder schijnsel. De persberichten die ze verspreiden, zijn vaak vaag en bevatten taal- en stijlfouten. Een persbericht over het indienen van nieuwe initiatieven in de voedsel en agri business is zo ondoorgrondelijk ambtelijk geschreven dat je zelfs na drie keer lezen nog niet begrijpt waarover het gaat. Contactgegevens blijken vaak onbetrouwbaar. Probeer maar eens extra informatie in te winnen. Het vermelde telefoonnummer is doorgeschakeld naar de voicemail of naar een secretariaat dat niet op de hoogte is of de boot afhoudt.

Logeion-voorzitter Ron van der Jagt zet in zijn lezenswaardige blog nog eens mooi op een rij dat alles in het leven begint met communicatie. Maar ondanks de professionalisering en wetenschappelijke verdieping van dit vak lijkt het alsof veel vakgenoten nog in het gebrabbel uit die eerste levensfase te zijn blijven hangen. Toch hangt van deze mensen in belangrijke mate de reputatie van het bedrijf af. Wie eens door de Consumentengids bladert of naar consumentenprogramma’s op televisie kijkt, ervaart dat vrijwel alle klachten gaan over de communicatie. Vaak gaat daaraan een niet onoverkomelijke technische klacht vooraf, maar belandt de klager uiteindelijk in een communicatiedoolhof. Wie gelooft dan nog het mediagetrainde, beterschap belovende boegbeeld?

Veel communicatieadviseurs prediken momenteel storytelling. Ook op deze website is dat een aangeboden discipline. Inderdaad is het verhaal àchter een product of dienst een mooie methode om te vertellen en te laten doorvertellen. Maar denk niet dat storytelling synoniem is voor communicatie. Communicatie is tweerichtingsverkeer. Zo niet, dan is er geen communicatie. Storytellers zijn meestal alleen maar aan het zenden, maar luisteren niet. Of er wordt wel geluisterd, maar niet oprecht of betrouwbaar gereageerd. Momenteel lijkt de klachtencommunicatie via social media, zoals Twitter en Facebook, beter te werken. Op mijn recente wrevel over de treinstoringen via Facebook had ik de volgende dag al een inhoudelijke, correcte reactie ontvangen. Bij grote organisaties zitten complete webcare teams om hashtags (#) te monitoren en snel en doeltreffend te reageren, voordat een failtweet onherstelbare schade toebrengt. Daar wordt dus niet alleen gezonden, maar ook ontvangen, geïnterpreteerd en gereageerd.

Onder communicatieadviseurs zou je een bepaalde beroepsethiek verwachten. Collegiale communicatie. Maar dat valt vaak tegen. Een attente aanbieding, collegiale tip, een idee, een vraag, oplossing voor een hulpvraag op een professioneel internetplatform, een persoonlijk mailtje… De reactie is in het gunstigste geval een standaardantwoord. Soms is de reactie zelfs bot: val ons niet lastig. Zelfs wie reputatiemanagement bedrijft als specialisme, realiseert zich niet dat diens haperende respons van invloed is op zijn eigen reputatie…

Collega Ron van der Jagt vat de noodzaak van dit besef mooi samen. “Want alleen organisaties die sensitief en responsief zijn, verdienen steun en overleven. Communicatieprofessionals dragen bij aan legitimatie, vertrouwen en geloofwaardigheid, aan draagvlak en acceptatie, aan verankering en verbinding, en daarmee aan maatschappelijk krediet en speelruimte.”  Mooie woorden…

Geplaatst door: pieter@prlt.nl Op: 12 juni 2012

Waarom boeren niet beter verdienen

Het agrocommunicatieportaal Boer&Co vroeg of ik een column wilde schrijven over hoe de Nederlandse boer en tuinder in de maatschappij staan. En wat beter kan rondom hun huidige positie “…zodat er meer verdiend mag worden. Geld en begrip.” Aldus de briefing. Aangezien PRLT Communicatie al zo’n 50 jaar actief is in de agrosector, begrijpen wij die wens van ‘geld en begrip’. Dat willen we trouwens allemaal… Maar als je ‘meer’ wilt verdienen – geld of begrip – dan moet je ook meer waarmaken. Een eerlijke boterham verdienen en voldoening van je werk is voor velen al rijkdom.

Met de briefing voor deze blog – de relatie tussen maatschappelijke en geldelijke waardering – legt Boer&Co de vinger op de gevoelige plek. Want boeren en tuinders hebben er lang heel goed voorgestaan in de publieke opinie, bewijzen diverse onderzoeken naar hun reputatie in het verleden. Maar ook hier geldt: resultaten uit het verleden bieden geen garantie voor de toekomst. Wie een goede reputatie heeft en weet die goed te verzorgen door zijn inspanningen stelselmatig voor het voetlicht te brengen, kan rekenen op waardering en klantloyaliteit. De klant zet die waardering meestal om in een letterlijke waardetoekenning: geld voor producten of diensten. Wij vonden het heel lang knap en goed wat onze boeren deden; zo’n kwaliteit, zo’n grote productie… Maar door voortschrijdend inzicht veranderen opvattingen. We vernamen immers ook dat aan die productie grote bezwaren kleefden op het gebied van diergezondheid, dierenwelzijn en milieu.

Wat is er op dit moment mis met het doorgaans vanzelfsprekende verband tussen reputatie en communicatie enerzijds en begrip en geld anderzijds? Boeren en tuinders hebben te weinig gekeken en geluisterd naar de wensen – en tegenwoordig zelfs eisen – van de samenleving. Hun vakbladen en hun organisaties zijn daaraan mede schuldig. Die hebben te weinig de signalen vertaald zodat de boeren hun steven konden wenden. Het publiek pikt het gewoon niet meer dat boeren en tuinders produceren zoals ze produceren. Maar de boeren en tuinders? Die hebben geen keuze. Het grootwinkelbedrijf knijpt ze uit zodat ze nóg grootschaliger en efficiënter moeten produceren -wat de consument dus niet pikt. En ga nou niet roepen dat die consument het verkeerd ziet en dat die niet bereid is om een fatsoenlijke prijs voor het product te betalen.

De boer is aangeschoten wild en goedgeorganiseerde actiegroepen voelen dat feilloos aan. De ene actie volgt op de andere. Is de legbatterij nog maar net afgeschaft, gaat het scharrelei al weer in de ban. De eiersector is niet de enige die ervan langs krijgt. Inmiddels moeten ook de plofkippenhouders eraan geloven. Trouwens, ook zo fijn voor het imago. Terwijl je al jaren weet dat het verbod op de legbatterij eraan komt, zijn er nóg bedrijven die niet tijdig zijn omgeschakeld.  Elke dag komt er wel ‘iets’ naar buiten waardoor de sector negatief in het nieuws is. De agrosector is daarin trouwens niet uniek; kijk naar wat er met de verzekerings- en bankensector is gebeurd. Hoe is het nu met hun reputatie gesteld?

In het verleden hadden de boeren en tuinders een collectieve PR-organisatie, de Stichting Public Relations Land- en Tuinbouw. Die praatte niet recht wat krom is, maar die organiseerde open dagen zodat het publiek weer eens op de bedrijven kwam en met ondernemers kon spreken. De burger zag de inspanningen van de boer en hoorde het verhaal bij de plaatjes. De boer vernam op zijn beurt de wensen en zorgen van het publiek. Schoolkinderen maakten kennis met het wonen, werken en leven op de boerderij via lessen van het onderwijsblad Het Kleine Loo en door acties als ‘Met de klas de boer op’. Helaas is door het afbrokkelen van het collectief en de solidariteit in de sector een aantal van deze collectieve communicatieprojecten ter ziele gegaan.

Publieksdagen worden soms nog georganiseerd. Koeien kijken, die huppelend de stal uitkomen en weer in de wei mogen grazen. Maar deze reclamestunt verhult niet dat er veel te veel koeien naar de mening van de burger op stal staan. Onlangs gingen statenleden op uitnodiging kijken bij een hypermodern kalverbedrijf. Maar dat werkt averechts; de provinciale politici schrokken zich dood. De grootschaligheid, het beton en ijzerwerk, het gebrek aan frisse lucht en daglicht vormde een schokkend contrast met hun idee over het zorgzaam houden van dieren.

Terug naar de briefing voor deze column: hoe de Nederlandse boer en tuinder in onze maatschappij staan. Mijn conclusie: ze staan er onvoldoende in. Ze komen te weinig op het schoolplein, lopen niet of nauwelijks in de supermarkt, nemen onvoldoende deel aan het maatschappelijk verkeer. Dat is een hard en generaliserend oordeel dat de goede ondernemers tekort doet. Want die boeren en tuinders zijn er namelijk ook. Onder hen een aantal die door hun participatie in de maatschappij bijzonder goed boeren.

De oplossing voor meer waardering – en dus betere inkomsten – zit in wederzijdse betrokkenheid. Om van burgers vrienden of volgers te maken – om in termen van social media te spreken – is een spotje over dansende koeien in de wei of het organiseren van een open dag (Kom nou eens kijken en zie dat we het écht wel goed doen!) niet voldoende. Ook een leuke website, facebookpagina of een twitteraccount zijn geen recepten voor verbetering. Okay, alle beetjes helpen, maar echte verbetering moet blijken uit het gedrag en de bereidheid tot aanpassing. Niet omdat ‘de burgers’ dat willen, maar ook omdat je dat als boer wilt. Alleen het besef dat het ingrijpend anders moet, is nog niet voldoende. Behalve dat besef is ook het bewijs nodig: de daadwerkelijke aanpassing van de agrarische productie aan de Nieuwe Tijd. Alleen dan is er kans op waardering voor goede boeren en tuinders – in aanzien en klinkende munt.

Geplaatst door: pieter@prlt.nl Op: 25 april 2012

Sorry seems to be the hardest word

Sorry, sorry, sorry. Jongeren spreken hun verontschuldiging vaak uit als een soort Weesgegroetje. “Ik zeg het meteen maar drie keer, dan ben ik er wel vanaf.” Of ze gebruiken het verwijtende “Ja, sórry, hoor…”. Het publiek excuus is behoorlijk versleten en wordt steeds meer ervaren als een PR-truc. Wat blijkt? We ervaren het gespeelde schuldbewustzijn niet meer als geloofwaardig. Zoals destijds ook de recall. Het leek juist positief als een bedrijf met advertenties het boetekleed aantrok en de goederen terugriep. “Wat een betrouwbaar bedrijf dat zich zo open opstelt, geld teruggeeft en excuses maakt.” Het volgde op een periode van jaren waarin slecht nieuws over productiefouten liever onder de pet werd gehouden. Maar nu is ‘sorry’ een hol begrip geworden en lijdt het excuus aan inflatie. Sterker nog, het lijkt alsof het zich momenteel eerder tegen je keert en de reputatie juist schade toebrengt. Collega Paul Stamsnijder van de Reputatiegroep twitterde een paar weken geleden dat hij twijfelde of de excuses van het aartsbisdom geloofwaardig en oprecht zijn. Elke dag kunnen we via de media vernemen hoe de katholieke kerk er in de publieke opinie voor staat…

De afgelopen weken stonden de media bol van de spijtbetuigingen. Ziekenhuis UMC verontschuldigde zich voor de geschonden patiëntprivacy door televisieopnamen, Obama moest sorry zeggen voor het verbranden van de Koran (en wat moet je daarna nog voor prevelementje maken als een doorgedraaide soldaat in hetzelfde land burgers vermoordt?), de burgemeester van Leerdam wilde de Molukkers zijn excuses maken, ING-topman Jan Hommen doet een poging tot nederigheid over de computerstoringen die talloze klanten tot wanhoop dreven en Diederik Samson slikt in dat hij Utrecht een andere burgemeester gunt dan Aleid Wolfsen. Het is zomaar een willekeurige, incomplete sorrylijst. Waarvoor mijn excuses.

Maar wat maakt die excuses communicatief gezien nu zo waardeloos? Er wordt niet of nauwelijks een oplossing geboden, dus stellen ze nauwelijks meer voor dan een ‘jammer-maar-helaas’. In 2011 heeft de eerder aangehaalde Reputatiegroep een onderzoek gehouden naar de waardering van het media-excuus. De Nederlandse staat scoorde positief met zijn Rawagede-excuus – naar aanleiding van het bloedbad op West-Java, 65 jaar geleden – en weggehoond werd de buiging van onderzoeksfaudeur Diederik Stapel.

Excuses blijken in 1 op de 5 gevallen negatief te werken. Oppassen geblazen dus, want ook de oprechte spijtbetuiging kan zich tegen je keren. Tenzij je aangeeft wat de oplossing zou zijn en hoe je in de toekomst gaat voorkomen dat het geval zich herhaalt. Want twee- of zelfs driemaal sorry moeten zeggen – betekent dat je niet meer geloofwaardig bent. Sorry zeggen om je geloofwaardigheid te herstellen, is niet meer genoeg en ‘oprechte’ spijtbetuigingen worden door media en publiek met argwaan geanalyseerd en bespot. Echte excuses slaan ergens op, komen op het goede moment, worden gebracht door een betrouwbare afzender, worden ontvangen door het juiste publiek en gaan vergezeld van een oplossing die beterschap bewijst. De oplossing voor een nette afwerking tenslotte is – op z’n Rotterdams – “Geen woorden maar daden.”

Geplaatst door: pieter@prlt.nl Op: 22 maart 2012

De waarheid voorspellen

Nederland heeft er de laatste jaren aardig wat trendwatchers bij gekregen. Onder hen zeker een aantal visionairs. Mensen die de wereld over trekken en doorberedeneren of en hoe het waargenomene zich een weg baant naar het gretige Nederland. Behalve trendwatchers hebben we ook gespecialiseerde waarzeggers gekregen. [Overigens slaat dat ‘waar’ niet immer zo op ‘waarheid’ maar meer op ‘waar waargenomen’.] Zo kennen we inmiddels web watchers, business watchers, health watchers, food watchers. Ik volg een aantal van deze zelfbenoemde zieners met belangstelling. Er zitten scherpzinnigen tussen, maar ook die de beredenering uit hun eigen navel staarden en die net zo lang doorvoorspellen tot hun voorzienigheid bewaarheid wordt.

Door de mogelijkheid om al wat je vindt via internet te openbaren, zijn er heel wat trendverkondigers bijgekomen. Ook op het gebied van communicatie in relatie tot internet, social media en smart phones, wordt er voor 2012 op los voorspeld. Daarbij is de wens de vader van de gedachte. Elke schrijver, blogger en hobbygoeroe denkt dezelfde toekomst eigenzinnig uit. De een roept dat branding het helemaal wordt: de positionering van merken die naar loyaliteit hengelen via social media. “Nee”, betwist een ander, “het gaat er juist om dat je als merk dingen geeft zonder er wat voor terug te vangen.” Andere collega’s herkauwen dat het gaat om echtheid, authenticiteit, het pure en dat je daar echt geen internettoepassingen voor nodig hebt. Heerlijk hoe iedereen zijn eigen waarheid claimt.

Toch sprong er een visie uit die mij een tijdje bij bleef en die ik een goede kans van slagen geef. Het gaat om je legitimiteit. Hoe relevant je bent. Dat kan betrekking hebben op personen, producten of diensten, bedrijven of organisaties. Of zelfs op abstracties, kunst, cultuur, landschap of milieu. Wat is de maatschappelijke waarde? Hoewel ik op deze plek beoog vooral mijn eigen ei te leggen en mijzelf in de belangstelling te plaatsen, citeer ik collega Berlinda Harkink. “De vraag voor de toekomst is niet: ‘Hoe word je de beste?’, maar: ‘Hoe doe je er toe als organisatie?’. Naast hun reputatie moeten organisaties zich veel meer richten op hun relevantie om succesvol te zijn.”

Mijn voorspelling voor 2012: er zal nóg meer voorspeld gaan worden. Dít is er één van. Maar let op de tegentrend: de groep die niet voorspelt, die geen antwoorden geeft, maar die juist zoekt naar wat er werkelijk toe doet.

Geplaatst door: pieter@prlt.nl Op: 6 januari 2012

  • « Vorige
  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • Volgende »
Alle aandacht
PRLT Communicatie
Alle aandacht
Voeding Gezondheid Voedselproductie Land- en tuinbouw Ketencommunicatie Smaak Strategie Campagnes Educatie Presentatie Interim Tekst Video Fotografie Illustratie Print Online Reputatie Crisiscommunicatie Mediatraining Mediation Story telling Communicatie Voedsel & groen Food & agri business Productieketens Vee & vlees Pluimvee & eieren Groente & fruit Akkerbouw Graan & brood Glastuinbouw Sierteelt Groenteteelt Vollegrondstuinbouw Kennis Productiewijze Herkomst Duurzaamheid Dierenwelzijn. Creatieve concepten Publiekscampagnes Promotie Voorlichting Gedragsbeïnvloeding Positionering Merken Journalistiek Productie en regie Audiovisueel Documentaires Voorlichtingsfilms Videoclips Onderwijs Commercials Communicatiepsychologie Persoonlijke presentatie Mediatraining Reputatiebehartiging Levensmiddelen Crisiscommunicatie Mediation Reclametekst Webtekst Tijdschrifttekst Voorlichtingstekst Pay offs Persberichten Social media releases Brieven Onderwijstekst Speeches Scripts Vormgeving Nieuwsbrieven Tijdschriften Relatiemagazines Folders Brochures Kranten Wandplaten Posters Billboards

                   

PRLT Communicatie | Grote Molen 10 | 2665 MC Lansingerland
+31(0)6 2882 8448 | info@prlt.nl