Communicatie is vaak een kwestie van smaak. Maar smaak is ook een kwestie van communicatie. Dan bedoelen we vooral letterlijk ‘smaak’. Behalve gezondheid, productiewijze en herkomst is smaak een belangrijk thema geworden. Het is een eigenschap waarmee voedingsmiddelen zich van elkaar onderscheiden. Smaak kan een onderscheidend pluspunt zijn. Pieter Harcksen van PRLT Communicatie heeft zich gespecialiseerd in dit thema. Hij was verbonden aan het fijnproeverspanel van het Centrum voor Smaakonderzoek en heeft een lange staat van dienst als proever. Voor de Consumentenbond testte hij levensmiddelen met een expertpanel. Gedurende enkele jaren publiceerde hij daarover in de Consumentengids.
Zoekresultaten voor: Smaak
Etikettencommunicatie
Geruime tijd geleden was PRLT Communicatie betrokken bij de formulering van een etiket op een voedingsmiddel. Volgens de regels moesten alle ingrediënten en samenstellingen kloppen. Voor een eenvoudig volkorenbroodje heb je zowat al een etiket nodig ter grootte van een ansichtkaart (en dikke brillenglazen), waarop de fabrikant zich indekt tegen het mogelijk optreden van allergieën en voedselintolerantie. “Dit product is bereid in een ruimte waar ook pinda’s worden verwerkt”. Ook wat er niet in zit, wordt grif gecommuniceerd: dit product bevat géén paardenvlees… Nou ja, dat geval ligt weer wat anders. Maar wat er niet in zit, geldt tegenwoordig als een verkoopbevorderend argument: bevat geen suiker, geen geur-, kleur- of smaakstoffen, geen keukenzout, geen vet, geen gluten etc.
In de paden tussen de supermarktschappen tref je steeds vaker etikettenlezers aan. In toenemende mate willen mensen voedingsmiddelen die geen of zo min mogelijk E-nummers bevatten. Want ook al verspreidt de overheid geruststellende lijstjes met Europees toegelaten additieven, de argwaan groeit jegens onnatuurlijke toevoegingen, zelfs als deze van natuurlijke oorsprong zijn. We willen af van gerommel met en in ons eten. Wat nog storender is, zijn de ‘slimme’ etiketten, waar marketeers, juristen en taaltovenaars aan de gang zijn geweest. Want je mag dan wel niet meer beweren dat iets ‘gezond’ voor je is, maar er zijn allerlei slinkse zinspelingen die tenminste de suggestie wekken. Zo bleek een voorverpakte ‘varkenshaas naturel’ te zijn getumbled, rondgedraaid in een soort wasmachine waarbij er vocht, zouten en smaakstoffen aan werden toegevoegd. Kijk eens op de markt: daar ligt Pangassius – een zwemmende veelvraat uit drekdelta’s ver weg. Met een geplastificeerd kaartje erbij: Atlantische tongfilet.
Niet alleen op etiketten en vitrinekaartjes, ook op de menukaarten bij restaurants worden sprookjes verteld. Vrijwel elke uitspanning rept over streek- en seizoensspecialiteiten, duurzame, eerlijke, pure, natuurlijke producten van kleine, lokale boeren. Vergeten, biologische groenten van hier, wild van eigen jagers, lijngevangen beekforel, handgevangen kooieend. De Wilde Keuken van oud-collega Wouter Klootwijk kan nog jaren vooruit, evenals de Keuringsdienst van Waarde. “Op dit etiket staat biologische honing uit diverse landen van buiten de EU. Hoe zit dat precies, mevrouw de consumentenvoorlichter?” Niet alleen de kritische programma’s, ook de voorlichtingsafdelingen, webcareteams en consumentenhelpdesks zullen hun inzet intensiveren om de publieke aandacht voor de herkomst en productiewijze te managen.
Het liefst willen we ons geen zorgen maken over ons voedsel. Waarom leest niemand zijn bieretiket? Omdat het brouwsel is van louter water, hop, gist en graan. Waarom is er zoveel interesse voor de nieuwe, ambachtelijke bakkers? Omdat puur brood niet meer is dan graan, water, zout en gist of zuurdesem. Maar… kunnen we wel zonder additieven? Sommige zijn niet alleen nodig om onze honger naar meer uitgesproken smaken te stillen. Andere helpen ons de houdbaarheid te verlengen of producten te conserveren. Volgens de verklaringen zijn er geen E-nummers die schadelijk zijn voor onze gezondheid, als weet niemand nog wat de langetermijneffecten zijn. Maar de trend is onmiskenbaar en lijkt zelfs onomkeerbaar. De voedingsmiddelenindustrie staat voor een enorme uitdaging: het terugdringen van hulpstoffen bij een minstens gelijkblijvende productkwaliteit en -betrouwbaarheid.
Tegelijk roept de industrie met deze inspanningen weer vervolgvrees op. Want als zij enerzijds communiceert dat producten met E-nummers veilig zijn en tegelijkertijd voedsel introduceert met zogenaamde ‘clean labels’ dan versterkt dit de suggestie dat er kennelijk toch iets mis is met toevoegingen. Tenslotte speelt in dit dilemma ook smaak een rol. Want het verlagen – zelfs weglaten – van ‘gewoon’ zout, suiker of vet heeft meteen een negatief effect. De industrie werkt daar wel aan, maar mort en boekt nog niet veel vooruitgang, met uitzondering van de bakkerijbranche. Dat deze sector zich meer inspande, heeft te maken met het nog gezonde imago van brood, dat angstvallig wordt bewaakt c.q. liefdevol gekoesterd. Maar ook van deze verpakking staan steeds meer mensen het etiket te lezen…
Waar bemoeit PRLT Communicatie zich mee?
De overheid vindt dat wij zelf verantwoordelijk zijn voor onze gezondheid en welzijn. Daarom trekt de overheid zich terug uit allerlei voorlichtingsprogramma’s. We moeten het zelf maar uitzoeken. Bovendien kunnen de meesten van ons lezen wat er op de verpakkingen van de levensmiddelen staat. Als het aan de minister ligt, wordt de dieetadvisering geschrapt, het Voedingscentrum moet een kwart bezuinigen en de industrie moet succesvolle schoolprogramma’s zoals Smaaklessen maar adopteren. Als dat maar goed gaat. Want het is mede aan de industrie te danken dat wij – en in het bijzonder onze kinderen – zo schrikbarend dik zijn geworden. Als er iets is waar wij behoefte aan hebben, dan is het wel goede, eerlijke, stelselmatige voorlichting over eten. De relatie tussen voeding, gezondheid en gewicht is overduidelijk. Maar zonder kennis en bewustwording bakken we er niks van.
Hoe komt het dat wij zo dik zijn geworden? Iedereen weet dat: we nemen teveel energie tot ons en we verbruiken er te weinig van. Maar… hoe komt het dat we zoveel energie binnen krijgen? Dat komt omdat we geen of weinig tijd besteden aan ons eten. We koken nauwelijks; we warmen samengestelde maaltijden op. Deze gerechten bestaan voor een belangrijk deel uit goedkope grondstoffen: koolhydraten, suikers, vetten en zout. Grondstoffen die lekker vullen en die we – helaas – ook nog ontzettend graag eten. Bij de bereiding van ons voedsel worden onvoorstelbare hoeveelheden suiker gebruikt. Mensen vinden zoet lekker; het is de eerste smaak waarmee we als pasgeborene kennismaken, via de moedermelk. Zoet is lekker, vet is lekker en hartig is lekker. De maaltijden kosten relatief weinig geld, ze zijn snel te bereiden en het hele gezin zit te smullen. Verder zitten we vooral: bij de televisie, achter de computer, in de auto en verbranden we dus te weinig van de ingeslagen energie.
In andere culturen geldt wel doorvoed zijn als statussymbool. Het zijn dezelfde culturen waar de kinderen letterlijk en figuurlijk zoet worden gehouden met snoep of zoete drankjes. Maar de behoefte aan deze verwennerij werkt verslaving in de hand en leidt uiteindelijk, behalve tot overgewicht, tot onvoorstelbare schade aan het gebit.
Hoe doorbreken we het patroon? Hoe voorkomen we dat we ten onder gaan aan ons collectieve overgewicht? De kosten van de zorg zijn nu al nauwelijks op te brengen. Hoe moet dat straks als al die extreem dikke kinderen lijden aan diabetes, hart- en vaatziekten? De overheid zou juist meer moeten investeren in preventie en voorlichting in plaats van zich terug te trekken. Door nu te investeren, voorkomen we dat we straks met een ongeneeslijk zieke samenleving zitten. De oplossing is simpel. Als we voeding leren zien als de basis van onze gezondheid, dan is gezond eten de oplossing. Veel mensen weten alleen niet meer wat gezond eten inhoudt. We worden overvoerd met commerciële boodschappen over lekker eten en drinken. We kunnen de hele dag, overal, calorierijke tussendoortjes scoren. Mensen missen de basiskennis en -vaardigheden om een gezonde, lekkere maaltijd op tafel te zetten. Ze weten niet welke goede keuzes ze kunnen maken en raken in verwarring door de misleidende reclames.
De oplossing dus: terug naar de basis. Bereid je voedsel zelf. Koop pure, eerlijke, verse producten. Het liefst behorend bij het seizoen en zo mogelijk geteeld in je eigen omgeving. Ga eens kijken op de markt, bij de boer of bij de tuinder. Verdiep je eens in hoe producten worden gekweekt en betrek het gezin erbij. Pure producten hebben smaak van zichzelf. Koken is niet moeilijk. Zorg dat je de bereiding ziet als een mooi, leuk en interessant proces waarvan het resultaat direct invloed heeft op je gezondheid en welzijn. Proef wat je bereidt en eet met aandacht. Houd de maaltijd simpel: groente, aardappelen, vlees of vis. Laat kinderen zo vroeg mogelijk mee-eten met de normale, gezonde pot. Creëer geen uitzonderingspositie. Betrek ze bij de samenstelling van het menu. Laat sauzen en toevoegingen om de smaak te versterken of het gerecht op te leuken achterwege.
Waar PRLT Communicatie zich mee bemoeit? We proberen al vijftig jaar het publiek voor te lichten over wat boeren en tuinders doen. We maken en promoten schoolprojecten die gericht zijn op gezonde voeding. In het probleem zien we een mooie reden om te pleiten voor puur voedsel dat zo uit de grond komt en waarmee we onszelf en onze gezondheid een plezier kunnen doen.
Ontstaan
PRLT Communicatie heeft zijn wortels in de agri business. Het bureau is ooit ontstaan vanuit de Stichting Public Relations Land- en Tuinbouw (1962). Deze organisatie had als doel het imago te verbeteren van boeren en tuinders en de aanverwante handel en industrie. De emotionele en fysieke afstand tussen stad en platteland was groter geworden. Daardoor werden het begrip en de waardering voor het werk van boeren en tuinders geringer.
Door het organiseren van acties, campagnes, evenementen en open dagen maakte het publiek hernieuwd kennis met de gemoderniseerde agri business. Pers en politiek werden stelselmatig geïnformeerd over het belang van de sector voor de economie en de exportpositie van Nederland. Het legendarische PR-tijdschrift 19NU berichtte op smaakvolle wijze over de bijzondere verrichtingen van agrarisch Nederland. Het onderwijstijdschrift Het Kleine Loo biedt leerkrachten en leerlingen nog steeds lesmateriaal over voedsel en groen.
De laatste jaren heeft PRLT Communicatie zich verder gespecialiseerd als bureau met specifieke kennis van voedselproductie en voeding in relatie tot gezondheid. Communicatie over gezondheidszorg is de snelst groeiende activiteit.
Stijl
PRLT Communicatie wordt gekozen omwille van zijn specifieke kennis van de onderwerpen en branches, de manier van werken, de duidelijkheid en eerlijkheid en de persoonlijke betrokkenheid. De volgende eigenschappen bepalen de stijl van PRLT Communicatie.
- Onderscheidend
“Op creatieve wijze aandacht vestigen op de onderscheidende pluspunten van de opdrachtgevers, hun producten en diensten.”
- Pragmatisch
“Heldere analyse van het beoogde doel, duidelijke formulering van de opdracht via debriefing, kordaat plan van aanpak en uitvoering, hands-on mentaliteit.”
- Oplossingsgericht
“Het oplossen van (communicatie)problemen ingevolge veranderings- en reorganisatieprocessen en fusies. Het wijzen op valkuilen die de communicatie bemoeilijken en het slechten van barrières.”
- Openhartig
“Eerlijkheid en duidelijkheid zijn wezenlijke vertrekpunten in de relatie met de opdrachtgever. Geen mooipraterij of verhullend taalgebruik, maar een openhartige visie op wat we waarnemen.”
- Controleerbaar
“Voorwaarde voor doelmatige communicatie is: wat wordt beweerd, is controleerbaar waar. We toetsen voortdurend of de boodschap helder is, de claim gefundeerd en de intentie oprecht.”
- Veelzijdig
“Door de loop der jaren hebben we alle vormen van communicatie beoefend. Print, radio- en televisie, online communicatie, acties en campagnes. Ruime ervaring met geïntegreerde communicatie.”
- Empathisch
“Het liefst voelen we iets bij een onderwerp. We verplaatsen ons in degenen voor wie de boodschap is bedoeld. Door een scherpzinnig inlevingsvermogen spreekt onze communicatie ontvangers aan.”
- Ervaring
“De specifieke kennis van communicatie met en over food & agribusiness is opgebouwd in een periode van een halve eeuw. Wij hebben aan een half woord genoeg. Dat merkt u… en uw doelgroep.”
- Netwerk
“De keuze voor ons bureau wordt vaak gemaakt doordat onze cliënten ons kennen vanuit hun netwerk. We kennen de partijen, de stakeholders en de maatschappelijke organisaties. We weten wat er speelt en leeft.”
- Passie
“Voor ons is voeding meer dan energie, vitamines en mineralen. Eten en drinken is ook een persoonlijke passie, waarover we smaakvol schrijven en met liefde communiceren.”
- Kennis
“Kennis van zaken. Dat hebben we van gezondheid, voedsel en groen. Die kennis danken we aan onze klanten. Onze kennis van communicatie delen we graag met u.”