Theo Maassen maakte ooit een onvergetelijke grap. In de periode dat hij niet louter schoffeerde maar ook nog een bepaalde empathie kon veinzen, had hij het ooit over een triest voorbeeld van de gevoelsarme samenleving. In zijn sketch beschreef hij hoe een alleenstaand vrouwtje in haar flat weken dood achter de deur had gelegen. “Dat is toch verschrikkelijk! Terwijl er zo’n woningnood is…” We moesten toen enorm lachen om de manier waarop hij ons op het verkeerde been zette. Zijn conference werd onlangs actueel toen eind november 2013 in Rotterdam een vrouw tien jaar dood in haar woning bleek te liggen. Niemand had haar in al die tijd gemist, behalve een zwerver die af en toe boodschappen bij haar naar boven bracht.
Nadat de lokale krant erover berichtte en ook de landelijke journaals melding maakten van de vergeten vrouw, leek iedereen zich bewust van het gebrek aan aandacht. Zowel de eigen bewustwording van onze relatie met andere mensen als het collectieve gebrek aan interesse in het welzijn van anderen in de naaste omgeving was ineens een trending topic. We komen om in de tweets en posts op social media maar het werkelijk sociaal engagement in de echte wereld lijkt soms een versleten, uitgefokte eigenschap.
Na het moment dat de dode vrouw was gevonden, kwamen de gissingen, de vragen, het ongeloof en de reconstructies. Hoe kun je in vredesnaam tien jaar onopgemerkt zijn? Zelfs illegalen, zonder vaste woon- of verblijfplaats, dak- en thuislozen, staan wel ‘ergens’ geregistreerd. En wie op een adres is ingeschreven, ontvangt toch rekeningen, een vergoeding in het levensonderhoud, een uitkering of salaris? Er klopt toch wel eens eens een controleur van een instantie aan de deur? Als buurman of –vrouw merk je toch iets op, een vreemde geur of een onverklaarbare stilte? Ook als je geen aandacht trekt, kan dat op zich toch al opmerkelijk zijn?
Achter de gesloten deuren verschuilen zich vaak tragedies, met eenzaamheid als grote gemene deler. Onlangs publiceerde Colet van der Ven in Trouw een interessant artikel onder de titel ‘Ken de ander, ken jezelf’. In dit lezenswaardige stuk over ‘zelfkennis’ haalde zij twee hoogleraren aan die filosoferen over het belang van de interesse in ‘de ander’ om daaraan zelfkennis te kunnen ontlenen. Hoogleraar wijsgerige ethiek Paul van Tongeren stelt hoe belangrijk het is het eigen leven kritisch onder de loep te nemen. Niet zozeer wegens de zorg voor ‘het zelf’, maar voor het ontwikkelen van een morele levenshouding waarin plaats is voor kwetsbaarheid en ruimte voor de ander. Van Tongeren: “De mens is een wezen dat niet alleen gebaard wordt door een ander, begraven wordt door anderen, maar ook daar tussen in slechts mens wordt door anderen.” Hoogleraar sociale wetenschappen Christien Brinkgreve onderschrijft dat in haar boek ‘De ogen van de ander: over de sociale bronnen van het zelf’: “De mens is geen eilandje in een zee van eilandjes maar een atoom in een complex patroon van atomen. Hij staat in verbinding met anderen, is door hen gevormd en op hen aangewezen.”
Vergeten worden, niet gekend zijn of ontkend worden, zijn verschrikkelijke gebeurtenissen in ’s mensen leven. Erger nog dan niet geliefd worden of gewaardeerd zijn. Het idee dat je er niet toe doet, dat je bestaan klaarblijkelijk geen waarde heeft, bevestigt diegenen de zinloosheid van het bestaan en noopt mensen tot het beëindigen van deze nutteloze status. Ooit bestond de ergste straf daaruit dat een gevangene werd opgesloten in een ‘vergeetput’, een oubliëtte. Want erger nog dan de doodstraf was bewust te worden vergeten.
Om onze collectieve schaamte in Rotterdam te betuigen, is een uitvaart ‘met aandacht’ georganiseerd. Er is zelfs een groepje mensen dat speciaal acte de présence geeft bij gemeentelijke begrafenissen waarbij geen enkele nabestaande kon worden achterhaald. Overigens blijkt de overleden vrouw in de Maasstad een dochter te hebben, waarmee het contact al lang geleden was beëindigd. De relatie was verbroken omdat deze dochter ongewenst was of althans zich zo voelde. Ook een bewijs voor de kwelling van het ongekend zijn. De liefdevolle aandacht te moeten ontberen, doet je je letterlijk waardeloos voelen.
Of het nu de aanstaande donkere dagen zijn die tot overpeinzing leiden, de trieste gebeurtenissen in Rotterdam bewijzen dat letterlijk geëxcommuniceerd worden, contactloos en stil te verscheiden mensonwaardig is. Gelukkig heeft deze donkere bespiegeling ook een lichte zijde. We staan er massaal weer even bij stil. En er zijn ook positieve voorbeelden. De inspanningen die experts verrichten om verongelukten te identificeren en een naam te geven, stoffelijke resten die van de zeebodem worden gelicht en die decennia na het zinken in het land van herkomst door familieleden kunnen worden begraven. Het zijn bewijzen van onze ambitie om soortgenoten hun identiteit terug te geven en daarmee iets van het bestaansbelang. Zelfs ‘Geer en Goor’ zien kans om met een vrolijke show de aandacht voor eenzamen te wekken en een nieuwe lichting empatische vrijwilligers te mobiliseren. Al wat bestaat, verdient aandacht.