Geruime tijd geleden was PRLT Communicatie betrokken bij de formulering van een etiket op een voedingsmiddel. Volgens de regels moesten alle ingrediënten en samenstellingen kloppen. Voor een eenvoudig volkorenbroodje heb je zowat al een etiket nodig ter grootte van een ansichtkaart (en dikke brillenglazen), waarop de fabrikant zich indekt tegen het mogelijk optreden van allergieën en voedselintolerantie. “Dit product is bereid in een ruimte waar ook pinda’s worden verwerkt”. Ook wat er niet in zit, wordt grif gecommuniceerd: dit product bevat géén paardenvlees… Nou ja, dat geval ligt weer wat anders. Maar wat er niet in zit, geldt tegenwoordig als een verkoopbevorderend argument: bevat geen suiker, geen geur-, kleur- of smaakstoffen, geen keukenzout, geen vet, geen gluten etc.
In de paden tussen de supermarktschappen tref je steeds vaker etikettenlezers aan. In toenemende mate willen mensen voedingsmiddelen die geen of zo min mogelijk E-nummers bevatten. Want ook al verspreidt de overheid geruststellende lijstjes met Europees toegelaten additieven, de argwaan groeit jegens onnatuurlijke toevoegingen, zelfs als deze van natuurlijke oorsprong zijn. We willen af van gerommel met en in ons eten. Wat nog storender is, zijn de ‘slimme’ etiketten, waar marketeers, juristen en taaltovenaars aan de gang zijn geweest. Want je mag dan wel niet meer beweren dat iets ‘gezond’ voor je is, maar er zijn allerlei slinkse zinspelingen die tenminste de suggestie wekken. Zo bleek een voorverpakte ‘varkenshaas naturel’ te zijn getumbled, rondgedraaid in een soort wasmachine waarbij er vocht, zouten en smaakstoffen aan werden toegevoegd. Kijk eens op de markt: daar ligt Pangassius – een zwemmende veelvraat uit drekdelta’s ver weg. Met een geplastificeerd kaartje erbij: Atlantische tongfilet.
Niet alleen op etiketten en vitrinekaartjes, ook op de menukaarten bij restaurants worden sprookjes verteld. Vrijwel elke uitspanning rept over streek- en seizoensspecialiteiten, duurzame, eerlijke, pure, natuurlijke producten van kleine, lokale boeren. Vergeten, biologische groenten van hier, wild van eigen jagers, lijngevangen beekforel, handgevangen kooieend. De Wilde Keuken van oud-collega Wouter Klootwijk kan nog jaren vooruit, evenals de Keuringsdienst van Waarde. “Op dit etiket staat biologische honing uit diverse landen van buiten de EU. Hoe zit dat precies, mevrouw de consumentenvoorlichter?” Niet alleen de kritische programma’s, ook de voorlichtingsafdelingen, webcareteams en consumentenhelpdesks zullen hun inzet intensiveren om de publieke aandacht voor de herkomst en productiewijze te managen.
Het liefst willen we ons geen zorgen maken over ons voedsel. Waarom leest niemand zijn bieretiket? Omdat het brouwsel is van louter water, hop, gist en graan. Waarom is er zoveel interesse voor de nieuwe, ambachtelijke bakkers? Omdat puur brood niet meer is dan graan, water, zout en gist of zuurdesem. Maar… kunnen we wel zonder additieven? Sommige zijn niet alleen nodig om onze honger naar meer uitgesproken smaken te stillen. Andere helpen ons de houdbaarheid te verlengen of producten te conserveren. Volgens de verklaringen zijn er geen E-nummers die schadelijk zijn voor onze gezondheid, als weet niemand nog wat de langetermijneffecten zijn. Maar de trend is onmiskenbaar en lijkt zelfs onomkeerbaar. De voedingsmiddelenindustrie staat voor een enorme uitdaging: het terugdringen van hulpstoffen bij een minstens gelijkblijvende productkwaliteit en -betrouwbaarheid.
Tegelijk roept de industrie met deze inspanningen weer vervolgvrees op. Want als zij enerzijds communiceert dat producten met E-nummers veilig zijn en tegelijkertijd voedsel introduceert met zogenaamde ‘clean labels’ dan versterkt dit de suggestie dat er kennelijk toch iets mis is met toevoegingen. Tenslotte speelt in dit dilemma ook smaak een rol. Want het verlagen – zelfs weglaten – van ‘gewoon’ zout, suiker of vet heeft meteen een negatief effect. De industrie werkt daar wel aan, maar mort en boekt nog niet veel vooruitgang, met uitzondering van de bakkerijbranche. Dat deze sector zich meer inspande, heeft te maken met het nog gezonde imago van brood, dat angstvallig wordt bewaakt c.q. liefdevol gekoesterd. Maar ook van deze verpakking staan steeds meer mensen het etiket te lezen…
Zoekresultaten voor: Voorlichting
Worst
Een paar maanden terug – nog vóór de samenstelling van de nieuwe regering – was er de roep om een het aanstellen van een minister van voedsel. Het was een idee van de Stichting Natuur en Milieu om zo iemand in het nieuwe kabinet te benoemen. Geen gek idee. Maar wat volgde, was eigenlijk het tegenovergestelde. Het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I) schrapte de term landbouw. Wonderlijk, want als we een gezonde samenleving willen, is duurzame land- en tuinbouw (waarmee Nederland tot dusverre wereldwijd voorop liep) geen overbodige luxe.
De laatste jaren was voedingsvoorlichting al het stiefkindje van twee ministeries. Het Voedingscentrum wordt gefinancierd door het ministerie van volksgezondheid, welzijn en sport (VWS) én van EL&I. Maar in verband met de bezuinigingen werd de subsidiekraan steeds verder dichtgedraaid en moesten waardevolle voorlichtingsprojecten worden afgebouwd. Dat is opmerkelijk, want als we de zorgkosten willen beheersen, is een volk dat verstandig eet en gezond beweegt zo’n investering waard.
Maar er is scepsis over het effect van allerlei campagnes die mensen op hun verkeerde gedrag wijzen. “Dat bepaal ik zelf wel,” is het motto. Bovendien, als de overheid de opsteker is van het corrigerende vingertje, dan wekt dat kennelijk extra weerzin. Het vertrouwen in onze volksvertegenwoordiging en ambtenarij lijkt te ver weggezakt. Dat geldt trouwens ook voor ons vertrouwen in de wetenschap, wier reputatie gebutst is door frauderende onderzoekers en blunderende artsen. De ene dag lees je dat antioxidanten goed voor je zijn en je tegen enge ziektes beschermen en de volgende beweert een geleerde weer dat ze de therapieën dwarsbomen bij de bestrijding van de kwaal. Het Algemeen Dagblad beeldt een struise stronk broccoli af bij het artikel en de suggestie is gewekt. Gezonde groente is misschien juist slecht voor je gezondheid… Een briefschrijver reageert de volgende dag: “Het zal me allemaal worst zijn. Ik blijf gewoon broccoli eten.” Terecht. De krant valt ook al niet te vertrouwen.
Zouden we vertrouwen hebben in een minister van voedsel? Of een voedselautoriteit? Onlangs werd een functionaris van het RIKILT (een van oudsher bekend onderzoeksinstituut op het gebied van voeding in Wageningen) benoemd tot buitengewoon hoogleraar Voedselauthenticiteit en –integriteit. Saskia van Ruth gaat zich aan de Wageningse universiteit bezighouden met onderzoek naar de unieke kenmerken van voedingsmiddelen. Daarbij gaat zij zich in het bijzonder richten op producten die maatschappelijk verantwoord geproduceerd zijn. Zo zouden we straks kunnen beschikken over een wetenschappelijk onderbouwde beschrijving van producten, over hun productiewijze en over de herkomst. Het zou het vertrouwen in onze voeding kunnen versterken. Want de interesse van de consument in de ‘echtheid’ van voedsel, de productiewijze en herkomst groeit wel, evenals het besef van de relatie tussen voeding en gezondheid. Tegelijkertijd groeit de argwaan jegens voedsel dat is samengesteld uit een reeks van grondstoffen en onnatuurlijke toevoegingen. Een voorspelde trend is dat koks zich meer gaan richten op pure producten, zelfs op de re-creatie van oervoedsel. Het is weer een stap verder dan het koken met verantwoord geteelde streek- en seizoensproducten. Bij het Voedingscentrum gaan ze weer iemand aantrekken die ingewikkelde voedselwetenschap gaat vertalen in hapklare brokken voor het publiek. Het zijn allemaal signalen die wijzen op het ‘serieus nemen’ van voeding en de manier waarop we voedsel produceren en ons daarbij betrokken voelen. Voedselidentiteit, -integriteit en –authenticiteit zouden wel eens belangrijke begrippen kunnen worden. Al zal het sommige mensen allemaal worst zijn.
Betere PR bestaat niet
Niets kan ons méér boeien dan een eigen ervaring. Zelfs belevenissen van simpele aard worden zo diep in ons geheugen gegrift dat zij nog voelbaar en herleefbaar zijn op latere leeftijd. We kunnen er eerlijk over zijn: tegen een eigen ervaring kan geen campagne op.
Om die reden kan met recht worden beweerd dat er geen beter communicatiemiddel bestaat dan het aanbieden van de echte, persoonlijke ervaring. Hoe bepalend en indrukwekkend die kan zijn, wordt schitterend voelbaar gemaakt in de (al wat oudere) film The Game. Daarin speelt Michael Douglas de rol van een rijke, verveelde zakenman die door zijn broer wordt getrakteerd op een meeslepend spel. Maar wel zo’n meeslepend spel dat tijdelijk zijn leven overneemt. De ervaringen zijn namelijk echt (ook al spelen die zich af in een bedachte film).
Van kinds af aan gaan we op in onze beleving. Kijk naar het plezier en de aandacht van kinderen met een schepje, emmertje, water en zand op het strand. Ook als ze wat groter zijn en de behoefte aan ingewikkeldere vaardigheden toenemen, is het devies “Ikke zelf doen”. Zelf leren, zelf ervaren, zelf doen. Ziehier het succes van het beste communicatiemiddel: de open dag. Een dag waarop je zelf kunt ervaren hoe iets voelt, hoe, waarom en waarvoor het werkt. Wat bureaus en campagnemakers ook bedenken achter hun bureau, niets kan op tegen de echte ervaring. Om het even of het gaat om tractor rijden, kaas maken, druiven plukken of brood bakken.
In de land- en tuinbouw is het organiseren van open dagen – zowel voor vakgenoten als voor de consument – een beproefd middel. De nationale open dag van de glastuinbouw Kom in de Kas is een goed voorbeeld. PRLT Communicatie verzorgde voor deze open dagen jaren lang de reclame en voorlichting. Momenteel werkt het bureau samen met het Voorlichtingsbureau Brood aan de open dag van de Nederlandse brood- en banketbakkerijen (vrijdag 2 en zaterdag 3 november). Het doel van deze dag is om zelf eens te ervaren hoe het is om met vers deeg te werken, broodvlechten te maken en brood te bakken. Kinderen mogen taartjes opmaken en broodfiguurtjes bakken met de bakker. Kijken, voelen, proeven, ruiken. Alle zintuigen worden geprikkeld. Zo simpel is het.
Open dagen passen ook bij de behoefte aan transparantie. Er zijn talloze branches die al jaren lang met succes open dagen organiseren, zoals het havenbedrijf, defensie, de musea en de chemiesector. Ook consumentenmerken als Campina en Albert Heijn hebben de open dag op het boerenbedrijf ontdekt als de beste PR voor hun producten. Natuurlijk zetten boeren of bakkers tijdens zo’n publieksdag hun beste beentje voor. Maar het schept ook de verplichtingen. Wie de aandacht op zich vestigt, werkt zorgvuldig, beantwoordt (kritische) vragen eerlijk en legt uit waarom het productieproces zo werkt. Uit diverse metingen na afloop van de open dag blijkt dat de waardering voor het vak en de producten zijn toegenomen. Men heeft het zelf ervaren.
Waar bemoeit PRLT Communicatie zich mee?
De overheid vindt dat wij zelf verantwoordelijk zijn voor onze gezondheid en welzijn. Daarom trekt de overheid zich terug uit allerlei voorlichtingsprogramma’s. We moeten het zelf maar uitzoeken. Bovendien kunnen de meesten van ons lezen wat er op de verpakkingen van de levensmiddelen staat. Als het aan de minister ligt, wordt de dieetadvisering geschrapt, het Voedingscentrum moet een kwart bezuinigen en de industrie moet succesvolle schoolprogramma’s zoals Smaaklessen maar adopteren. Als dat maar goed gaat. Want het is mede aan de industrie te danken dat wij – en in het bijzonder onze kinderen – zo schrikbarend dik zijn geworden. Als er iets is waar wij behoefte aan hebben, dan is het wel goede, eerlijke, stelselmatige voorlichting over eten. De relatie tussen voeding, gezondheid en gewicht is overduidelijk. Maar zonder kennis en bewustwording bakken we er niks van.
Hoe komt het dat wij zo dik zijn geworden? Iedereen weet dat: we nemen teveel energie tot ons en we verbruiken er te weinig van. Maar… hoe komt het dat we zoveel energie binnen krijgen? Dat komt omdat we geen of weinig tijd besteden aan ons eten. We koken nauwelijks; we warmen samengestelde maaltijden op. Deze gerechten bestaan voor een belangrijk deel uit goedkope grondstoffen: koolhydraten, suikers, vetten en zout. Grondstoffen die lekker vullen en die we – helaas – ook nog ontzettend graag eten. Bij de bereiding van ons voedsel worden onvoorstelbare hoeveelheden suiker gebruikt. Mensen vinden zoet lekker; het is de eerste smaak waarmee we als pasgeborene kennismaken, via de moedermelk. Zoet is lekker, vet is lekker en hartig is lekker. De maaltijden kosten relatief weinig geld, ze zijn snel te bereiden en het hele gezin zit te smullen. Verder zitten we vooral: bij de televisie, achter de computer, in de auto en verbranden we dus te weinig van de ingeslagen energie.
In andere culturen geldt wel doorvoed zijn als statussymbool. Het zijn dezelfde culturen waar de kinderen letterlijk en figuurlijk zoet worden gehouden met snoep of zoete drankjes. Maar de behoefte aan deze verwennerij werkt verslaving in de hand en leidt uiteindelijk, behalve tot overgewicht, tot onvoorstelbare schade aan het gebit.
Hoe doorbreken we het patroon? Hoe voorkomen we dat we ten onder gaan aan ons collectieve overgewicht? De kosten van de zorg zijn nu al nauwelijks op te brengen. Hoe moet dat straks als al die extreem dikke kinderen lijden aan diabetes, hart- en vaatziekten? De overheid zou juist meer moeten investeren in preventie en voorlichting in plaats van zich terug te trekken. Door nu te investeren, voorkomen we dat we straks met een ongeneeslijk zieke samenleving zitten. De oplossing is simpel. Als we voeding leren zien als de basis van onze gezondheid, dan is gezond eten de oplossing. Veel mensen weten alleen niet meer wat gezond eten inhoudt. We worden overvoerd met commerciële boodschappen over lekker eten en drinken. We kunnen de hele dag, overal, calorierijke tussendoortjes scoren. Mensen missen de basiskennis en -vaardigheden om een gezonde, lekkere maaltijd op tafel te zetten. Ze weten niet welke goede keuzes ze kunnen maken en raken in verwarring door de misleidende reclames.
De oplossing dus: terug naar de basis. Bereid je voedsel zelf. Koop pure, eerlijke, verse producten. Het liefst behorend bij het seizoen en zo mogelijk geteeld in je eigen omgeving. Ga eens kijken op de markt, bij de boer of bij de tuinder. Verdiep je eens in hoe producten worden gekweekt en betrek het gezin erbij. Pure producten hebben smaak van zichzelf. Koken is niet moeilijk. Zorg dat je de bereiding ziet als een mooi, leuk en interessant proces waarvan het resultaat direct invloed heeft op je gezondheid en welzijn. Proef wat je bereidt en eet met aandacht. Houd de maaltijd simpel: groente, aardappelen, vlees of vis. Laat kinderen zo vroeg mogelijk mee-eten met de normale, gezonde pot. Creëer geen uitzonderingspositie. Betrek ze bij de samenstelling van het menu. Laat sauzen en toevoegingen om de smaak te versterken of het gerecht op te leuken achterwege.
Waar PRLT Communicatie zich mee bemoeit? We proberen al vijftig jaar het publiek voor te lichten over wat boeren en tuinders doen. We maken en promoten schoolprojecten die gericht zijn op gezonde voeding. In het probleem zien we een mooie reden om te pleiten voor puur voedsel dat zo uit de grond komt en waarmee we onszelf en onze gezondheid een plezier kunnen doen.
Video
Video is een goed middel om de boodschap bondig, snel en indringend over te brengen. Veel mensen hebben geen zin of tijd om dossiers te doorgronden of ellenlange stukken te lezen. Een videofilm, -filmpje of clip is dan een zeer geschikt middel. Vooral met moeilijke (medische) onderwerpen of met emotionele thema’s heeft PRLT Communicatie ervaring. Het bureau heeft een eigen producent/regisseur in huis, die talloze bedrijfs-, promotie- en voorlichtingsfilms maakte en een breed scala aan videoclips. Voor voorlichtings- en onderwijsdoeleinden produceert het bureau ook animaties. Documentaire films, ter ondersteuning van handelscontacten, beurzen en tentoonstellingen, zijn op dvd uitgebracht -in verschillende talen. Compilaties worden toepasbaar gemaakt voor internetsites. PRLT Communicatie produceert ook commercials voor radio en televisie.
Enkele voorbeelden van videoproducties